Status is een veld welke tijdens het proces worden gevuld.
Een document kent één status en wordt opgeslagen bij het document, zodat de status in andere vervolgstappen kan worden hergebruikt.
De status wordt per proces geconfigureerd.
Inhoud
Configuratie Status
Status wordt geconfigureerd per proces: DocuFlow → [Status and Tags].
Hieronder zijn de twee mogelijkheden weergegeven om de status pagina te komen, 1 via DocuFlow Web en 2 via DocuFlow Desktop App.
Starten vanuit DocuFlow Web:
Starten vanuit DocuFlow Desktop:
Statussen start scherm:
In dit scherm kunnen de statussen worden ingezien en worden toegevoegd. Elk proces kent zijn eigen statussen (Door op in het linker scherm op een procesgroep te klikken, kan bovenstaande worden gezien en kunnen statussen worden toegevoegd / aangepast worden. Door op het plusje rechts bovenin te klikken wordt er nieuwe status gevoegd, hieraan kan een logische naam worden gegeven.
Per status wordt opgegeven (Dit wordt uitgevoerd in de proces editor bij het maken / beheren van processen in de DocuFlow Desktop App):
Veld | Omschrijving |
|---|---|
ID | De code (het nummer) wat wordt gebruikt in de Process workflow van de ProcessStep  |
Status | De omschrijving van de status, welke wordt getoond bij het document.  |
Default | De status welke het document krijgt wanneer het wordt aangemaakt via een GetStep |
Waarde toekennen aan Status
Toekennen in GetStep
Iedere GetStep haalt een document op of creëert een document, waarna het document meteen een (start) Status krijgt.
Toekennen in ProcessStep
In de Process workflow van de ProcessStep kan de Status worden aangepast via onderstaande button.
Status als veld invoegen in ProcessStep
Invoegen van Status via {*STATUS}
De Status wordt in de Process workflow van de ProcessStep vrijwel altijd gebruikt in de Conditional Settings.
Invoegen van de Status wordt meestal ondersteund door het menu, zie afbeelding.
De Status kan ook handmatig worden ingegeven door dit met syntax {*STATUS}
Onderstaande voorbeeld wordt in de Conditional Settings gecheckt of de Status ongelijk aan 5 is, dan alleen worden vervolg acties uitgevoerd.
Insert special fields → Status
in vullen van het StatusID overeenkomstig de instellingen. In dit geval 5.
Tonen Status van een document
De waarde van de Status wordt opgeslagen als metadata bij het document, zodat ze in andere ProcessSteps kunnen worden gebruikt.