Centrale Parameters

 

Instelling welke voor alle processen van toepassing is.
Bijvoorbeeld, de URL welke wordt gebruikt nadat een klant een document digitaal heeft ondertekend.

 

Per parameter wordt opgegeven:

Veld

Omschrijving

Veld

Omschrijving

Parameter

Naam van de parameter, welke wordt gebruikt in de processtappen.
Een parameter krijgt de notatie: {$xxxxx}. Bijvoorbeeld: {$DB URL}

Type

Het veld kan van een van de onderstaande typen zijn:

Het type kan zijn:

  • Integer = een geheel getal (zonder decimalen)

  • Float = een getal met decimalen

  • String = tekst

  • Password = wachtwoord

  • Boolean = waar of onwaar (true / false)

  • Date = datum

Group value

Naam van het hoofdstuk

Value

De waarde welke op de plaats van de parameter moet worden ingevoegd.